Apetrots op grondvondsten

Ik ben apetrots dat ik uit de grond haal wat anders voor eeuwig verloren zou zijn gegaan,' vertelt Albert Lankman (48) uit Wolvega. De metaaldetectorfanaat zoekt al vijftien jaar op Friese akkers naar voorwerpen van vroeger. Zijn eigen Grondvondstenmuseurn - in de garage in de achtertuin - is uniek.
Albert Lankman

Vijftien jaar geleden kocht Lankman voor zijn tienjarige zoon een metaaldetector op de rommelmarkt. Aan zijn zoon was het echter niet besteed. Die kwam na een dag zoeken thuis met honderd flessendoppen, een gulden en een eeuwige tegenzin voor metaaldetectors. Pa mocht het piepende kreng mooi zelf houden. Die had er meer geluk mee. 'Bij de Spokeplas, nabij Noordwolde, vond ik een cent uit 1837. Ik dacht dat die munt kapitalen waard zou zijn. Dat bleek tegen te vallen, zeker nadat ik hem gepoetst had tot er niets meer op stond.'


Een paar dagen later vond Lankman toch iets kostbaars, zonder dat hij het wist. Want de oude 'deurknop' ? die hij bijna had weggesmeten, omdat hij zo prikte in zijn broekzak ?bleek een zeldzame lakzegelstempel te zijn. De stempel, die tussen 1811 en 1815 door een plaatselijke vredesrechter te Heerenveen was gebruikt, was uniek in Nederland. De onervaren goudzoeker verkocht zijn vondst. 'Waarschijnlijk voor veel te weinig,' denkt Lankman nu. Van het geld dat zijn eerste vondst opbracht, kocht hij een goede metaaldetector. De oude detector van de rommelmarkt hangt nu aan de muur. 'Gebruiken kun je het ding niet. Dat ik er ooit iets mee gevonden heb, is een groot wonder.' Zijn huidige detector~ is een stuk beter. Die heeft een zogenoemde discriminatieknop, waarmee waardeloze metalen genegeerd kunnen worden. Lankman: 'Dit is de enige hobby waarin je mag discrimineren.'


'Ongediplomeerde geschiedenisgek'
Tien jaar geleden vond er een omslag in Lankmans denken en doen als detectorfanaat plaats. 'Ik ging onderzoek doen naar de historie van de streek. Op die manier kon ik veel gerichter zoeken.' Lankman noemt zichzelf nu amateur?archeoloog. En toegegeven, hij heeft een indrukwekkende kennis over de geschiedenis van Fryslán- met name Weststellingwerf - opgebouwd. Zijn bibliotheek bestaat dan ook uit honderden boeken. Dat zijn niet alleen geschiedenisboeken. Want je staat er versteld van hoeveel er in oude streekromans op waarheid berust'. Ooit werd Lankman in een krantenartikel betiteld als 'een ongediplomeerde plaatselijke geschiedenisgek'. Dat vindt hij zelf 'een prachttitel'. Als er geen verhaal bij een vondst te vertellen is, vindt Lankman het niet interessant. Al zijn vondsten legt hij dan ook tot in detail vast. Bijzondere objecten worden zelfs uitgetekend of gefotografeerd. 'Voor mij staat de archeologie voorop. Het uitzoeken van het verhaal achter een vondst is het leukste. Vondsten LankmanAls ik met een ring thuis kom, wil ik weten hoe oud die is, waar hij vandaan komt en van wie hij geweest is. Pas dan begint zo'n vondst echt te leven.' Gemiddeld drie keer in de week gaat Lankman eropuit. 's Zomers ~ als het graan, do aardappelen en de koeien op het land staan ? zoekt hij met een speciale detector meren af, waar veel gezwommen wordt. Of hij gaat met zijn vrouw een dagje naar het strand. De moderne strandjutters weten dan een aardige duit bij elkaar te graven. 'Op een goede dag vinden we wel 350 gulden aan kleingeld en sieraden. Daar gaan we dan lekker van uit eten.' In de herfst, de winter en het voorjaar gaat Lankman meestal alleen op pad. Hij is dan vooral op akkers te vinden. 'Er zijn dagen dat ik al zoekende wel dertig kilometer afleg.'

Museum vol verhalen
In vijftien jaar tijd heeft Lankman een indrukwekkend aantal vondsten uit de grond gehaald. Van musketkogels tot kostbare gouden munten. Zo'n tien jaar geleden besloot hij zijn eigen Grondvondstenmuseum te openen. Een deel van zijn collectie verhuisde van de kelder naar de garage in de achtertuin. Onlangs verhuisde Lankman van Noordwolde naar Wolvega. Daar krijgt het museum aan de Zilverlaan 48 meer ruimte toebedeeld. Bezoekers ? het museum krijgt er zo'n dertig per maand ? zijn op afspraak welkom (tel. 0561?610877). Een indrukwekkend museumgebouw en fraai tentoongestelde vondsten moetje niet verwachten. Daar staat tegenover dat de entree gratis is ? de giftenpot is uiteraard vrijwillig ? en dat er een aantal heel bijzondere objecten te bezichtigen is. De bezoeker mag alles beetpakken, want alle objecten zijn behandeld met een speciaal middel. Maar belangrijker nog: elk object heeft een eigen verhaal, 'Voor mij staat de archeologie voorop. Het uitzoeken van een verhaal achter een vondst is het leukste' verteld door de museumdirecteur zelf. En die geeft graag zijn onverdeelde aandacht aan eenieder die interesse heeft. 'Ik vind het belangrijk dat wat ik in de omgeving heb gevonden voor iedereen beschikbaar is. En ja, misschien is het museum ook wel een beetje de afspiegeling van mijn eigenwijsheid. Want ik ben best trots dat ik belangrijke vondsten uit de grond red van hun ondergang. Het meest opmerkelijke van het grondvondstenmuseum is wel dat van de duizenden vondsten uit Friese bodem slechts een tiental van oorsprong uit Fryslán afkomstig is. Lankman weet precies hoe dat kan.

Pot met munten'Het huisvuil van de grote steden uit het westen werd vroeger vlak buiten die steden op een hoop gegooid. Na verloop van vele jaren leverde zo'n vuilnisbelt een soort supervruchtbare mest op. De meer welgestelde boeren uit het Noorden kochten die op, om over hun land te gooien. Op die manier is er van alles op hun akkers terecht gekomen.' Lankman speelde handig op die kennis in. 'Bij de bibliotheek hebben ze een kadastrale atlas van 1832. Dat is de eerste echt uitgebreide kaart van de streek. Alle huizen staan erop. Ervan uitgaande dat alleen welgestelde boeren het geld hadden om die vruchtbare grond uit het westen op te kopen, zoek ik op de kaarten naar grootgrondbezitters. Negen van de tien keer is het raak. Ik vind van alles op die akkers.'

Boerenbedrog
Lankman vraagt altijd toestemming om op het land van een boer te mogen zoeken. Die zijn niet altijd even enthousiast om iemand met een schep toe te laten. Een enkele keer maakt de detectorfanaat daarom wel eens gebruik van wat boerenbedrog. 'Dan vertel ik dat het magnetische veld van de detector de mollen wegjaagt. Soms kun je daar iemand mee overtuigen.' Ook heeft hij altijd een handjevol oude munten bij zich, als hij op een akker zoekt. 'Als de boer dan na tien minuten al komt informeren of ik al wat gevonden heb, laat ik die munten zien. Dan zijn ze opeens dolenthousiast en kan ik verder rustig mijn gang gaan.' Sinds enkele jaren verkoopt en verhuurt Lankman metaaldetectors. 'Als kenner kan ik de mensen niet alleen de beste detector adviseren, maar ook allerlei zoektips aan de hand doen.' Iedereen die bij hem een detector koopt, krijgt er een waarschuwing bij. 'Dan zeg ik: koop ook maar een magnetron, want met deze verslavende hobby heb je straks geen tijd meer om te koken.' Een andere tip is dat men de omgeving van Noordwolde moet mijden. Daar heeft Lankman al praktisch elk stukje land onderzocht. 'Als je hier nog iets wilt vinden, moetje minstens met een F16 en infraroodapparatuur komen,' grapt hij.

Zilverschat
Inmiddels is de naam Lankman bekend in 'detectorland'. Vaak komen mensen bij hem, omdat ze vermoeden dat er iets op hun land ligt begraven. Anderhalf jaar geleden had Lankman zo zijn laatste klapper. 'Een boer uit Zwolle belde mij op, omdat er zilver achter zijn hoeve zou zijn begraven. Dat bleek uit een oud geschrift dat tijdens het verbouwen van de schuur tevoorschijn was gekomen.' Aanvankelijk was Lankman sceptisch. 'Ik krijg zoveel mensen aan de deur met gekke verhalen.' Maar de Zwolse boer bleek allesbehalve gek. 'Vijftig meter achter de boerderij was het raak. Opeens een hard signaal uit de detector. En ja, een joekel van een zilveren munt op mijn schop. Ik werd niet meteen overenthousiast. Want na een aantal jaren zoeken ben ik ook wel wat gewend. Maar toen die munt de eerste van in totaal 212 bleek te zijn, liepen de rillingen over mijn rug. En niet alleen bij mij hoor. De vrouw van,de boer stond minuten lang hysterisch te gillen. Die dacht dat ze miljonair was.' Dat viel tegen. 'Ik denk dat de schat zo'n 90.000 gulden waard was. Ik kreeg mijn deel als vindersloon. Toch leuk voor een zaterdagmiddag.'
Tabaksdoos

Bietsen is van alle tijden! Aan de binnenkant van een door Albert Lankman gevonden tweehonderd jaar oude tabaksdoos, had de toenmalige eigenaar 'Koopt zelf tabak' gegraveerd.


Tekst RONALD SCHALEKAMP
Foto's ROBERT POSTHUMUS

deurtje
Terug naar de kranten.
lijn