WAT EEN SCHAT
Zeeuwse metaaldetector-specialist beduusd na vondst in boerenschuur.
door PETER RIKHOF HULST, woensdag 19 augustus 1998
De pas verbouwde bovenwoning van Marc Steenbergen in het oude historische centrum van Hulst hangt vol met
slingers. "Nee, dat heeft niets met afgelopen weekend te maken", grijnst de 31-jarige schatgraver.
"Twee weken geleden was ik jarig en we hebben nog geen tijd gehad om ze op te ruimen".
Vorige week zaterdag deed de Zeeuwse metaaldetectorspecialist de vondst van zijn leven.
In een boerenschuur in het Belgisch Baarle-Hertog vond hij met zijn detector op ruim én meter diepte in
de grond én van de grootste schatten die ooit in de Benelux is opgegraven. De buit bestond uit zeven
plastic vaten die tot de nok toe waren gevuld met muntgeld en waardepapieren.
Daarnaast bevonden zich onder de vaten ook nog eens 89 zilver- en 2 goudstaven van een kilo per stuk.
De totale waarde van de buit wordt geschat op ruim een kwart miljoen gulden.
Hij is er nog steeds beduusd van. "Ik kan het nog steeds niet geloven.
Ik heb af vanochtend 7.30 uur de hele Nederlandse en Belgische pers over de vloer gehad.
Iedereen wilde natuurlijk de naam van die familie weten. Maar ik heb beloofd daarover te zwijgen en
daar hou ik mij aan."
Identiteit
Hoewel Steenbergen niets wil loslaten over de identiteit van de familie heeft burgemeester Fons
Cornelissen van Baarle-Hertog onthuld dat het om de nalatenschap van de twee jaar geleden overleden
68-jarige Jan van der Vlas uit Baarle-Hertog gaat. Dit is inmiddels door verschillende bronnen bevestigd.
Volgend Steenbergen had de familie wel een vermoeden dat de man er warmpjes bij zat maar deze vondst had
hij niet verwacht. "Dit sloeg echt alles. Ik heb in mijn hele leven nog nooit zoveel geld geld en
edelmetaal bij elkaar gezien." Marc Steenbergen is al ruim 17 jaar een verwoed schatgraver.
"Het is begonnen op mijn dertiende. Door een documentaire over mensen met metaal detectoren die op oude
slagvelden zochten naar verstopt geld van gesneuvelde soldaten. Daarna zeurde ik wekenlang aan mijn
vaders kop tot ik ook een eenvoudige detector kreeg. De eerste dagen vond ik niets, tot dat ik ging
zoeken bij de kerk hier in Hulst. Daar groef ik ineens vijftig goude munten op. Ik was gelijk verkocht."
De nuchtere Zeeuw heeft inmiddels van zijn hobby zijn beroep gemaakt.
In zijn zaak met de toepasselijke naam De Snuffelaar verkoopt en verhuurt Steenbergen sinds vier jaar
allerlei metaaldetectoren. Daarnaast wordt hij regelmatig ingeschakeld om allerlei zoekgeraakte voorwerpen
op te sporen. Dat varieert van trouwringen en sieraden tot verborgen olietanks of zelfs wapens.
Museum
Marcs grote liefde zijn echter voorwerpen uit de Middeleeuwen. In de kelder van zijn zaak heeft hij een
compleet museum ingericht met allerlei waardevolle historische spullen die hij in de loop van de jaren
heeft gevonden. Veel munten en aardewerk maar ook een 17e eeuws percussiepistool en zelfs een heus
machinegeweer uit 1943 van het Duitse leger.
Hoewel Mare het momenteel razend druk heeft met zijn winkel probeert hij af en toe toch nog een dagje
vrij te maken om te gaan zoeken. Samen met zijn vriendin Ester en een aantal vrienden 'scannen' ze dan
in groepsverband interessante locaties af, het liefst bij een historisch pand dat verbouwd wordt of
gewoon op een boerenakker. Het is heerlijk ontspannen en je vindt altijd wel iets.
We zijn geen broodzoekers en doen het gewoon voor de lol."
Over de vraag wat zijn meest bijzondere vondst is tot nu toe moet Marc even diep nadenken.
Zijn vriendin is er echter snel uit. "Vorig jaar vonden we op het strand van Cadzand een compleet
kunstgebit met drie gouden tanden. We hebben het nog netjes opgegeven bij de strandwacht maar de
eigenaar heeft zich nooit gemeld. Misschien historisch niet zo interessant, maar wel leuk."
Terug naar de kranten.